



Passer Cuypershuis
Roermond 2015Symbolische ‘Passer’ voor ambachtelijk architect
Sedert de restauratie van het Rijksmuseum staat architect/ontwerper Pierre Cuypers weer volop in de belangstelling. Het Cuypershuis in Roermond toont zijn leven en werken. Om de herkenbaarheid van dit museum te vergroten, zocht het bestuur naar een duidelijke markering. Ontwerper Maurice Mentjens ontwikkelde een gestileerde passer, symbool van het architectenvak. Het object werd juli 2015 geplaatst naast het museum, opeen zichtas vanuit de Roermondse binnenstad.
De van origine Limburgse Pierre Cuypers (1827-1921) is onbetwist de belangrijkste Nederlandse architect uit de 19e eeuw. Naast zijn grote productie aan kerken maakte hij vooral faam met twee prestigieuze opdrachten in Amsterdam: het Rijksmuseum (1876-1885) en het Centraal Station (1875-1889). Zijn imposante oeuvre wordt gepresenteerd in het Cuypershuis: ontwerptekeningen, documenten, foto’s, gipsafgietsels, meubels en interieurstukken. Maar het belangrijkste collectie item is feitelijk het gebouw zelf: zijn eigen woonhuis annex atelier,door hemzelf ontworpen in 1853.Hier waren eveneens zijn beroemde ‘kunstwerkplaatsen’ ondergebracht waar een keur aan ambachtslieden werkte aanzijn kenmerkende, veelal neogotische meubels, beelden, decoraties en ornamenten. Sinds 1932 heeft het gebouw een museale functie. Naast de Cuyperscollectie biedt dit museum ook een deelcollectie Actuele Vormgeving en wisselende tentoonstellingen over architectuur, vormgeving en toegepaste kunst.
Symbolisch attribuut
Ondanks de rijk bewerkte gevels weten te weinig passanten dat juist in dit gebouw heterfgoed van Cuypers wordt gekoesterd. Reden voor de directie om ontwerper Maurice Mentjens in te schakelen voor de ontwikkeling van een ‘landmark’.
Uiteen tiental voorstudies koos de museumdirectie voor de huizenhoge passer.
Een iconisch object voor een man die ten tijde van de Industriële Revolutie juist het aloude ambacht nastreefde. “Tekenend voor de architect/ontwerper Pierre Cuypers”, aldus Mentjens. “Met zijn architectuur- en kunstopvattingen greep hij terug op de middeleeuwen en introduceerde de neogotiek in Nederland. De passer stond in die periode symbool voor de ambachtelijke architect annex bouwmeester. Net als andere onmisbare meetinstrumenten zoals winkelhaak en liniaal.”
Het beeld ‘Passer’ moest een duidelijke eyecatcher worden. Goed zichtbaar vanaf het Zwartbroekplein en daarmee ook vanuit het centrum vanRoermond.
Om de herkenbaarheid op afstand te vergroten, is het silhouet gemoderniseerd naar de stilistische vormtaal van de 21e eeuw. De passer werd bovendien sterk uitvergroot om ‘overeind’ te blijven in het gewenste zichtlijnperspectief. Het eindresultaat is een beeld van maar liefst negen meter hoog, tot aan de dakgoot, uitgevoerd in staal met poedercoating. Ook de kleur is hedendaags: signaalrood. In de avonduren nog eens extra fel opgelicht door grondspots met roodgetint ledlicht. Een gloednieuw baken in het Nederlandse cultuurlandschap.