







De NWE Vorst
Theatercafé en restaurant, Tilburg 2007Theater de NWE Vorst in Tilburg is gevestigd in een neo-barok herenhuis dat omstreeks 1872 werd gebouwd. Tegenwoordig huisvest het pand een theater voor hedendaags toneel, een balletstudio en oefenruimtes voor jonge toneelgezelschappen. Op de begane grond bevindt zich het door Maurice Mentjens ontworpen theatercafé en restaurant. Het historische pand met haar prachtige hoge ruimtes inspireerde hem tot het kiezen van een neo-modernistisch barok concept voor het nieuwe interieur.
Rond de centrale entreehal bevinden zich vijf ruimtes die elk een andere kleur kregen zoals gebruikelijk was in barokke paleizen. De centrale hal is lichtgrijs en de vijf ‘salons’ daaromheen zijn in de primaire kleuren en wit en zwart geschilderd.
In de witte en zwarte salon bevindt zich het theatercafé, in de rode salon het restaurant, in de gele salon een vergaderruimte en in de blauwe salon is het kantoor en kaartverkoopbalie van het theater gesitueerd.
De witte en zwarte salon liggen naast elkaar en zijn door middel van grote openingen in de muur met elkaar verbonden. In beide ruimtes staat dezelfde bar en ook de flessenrekken erachter zijn identiek. In de zwarte salon is de bar zwart en in de witte salon wit. Zodoende wordt er een tegenstelling opgeroepen tussen beide ruimtes; wit en zwart, dag en nacht, positief en negatief. Deze tegenstelling verbeeldt het dualisme tussen werkelijkheid en illusie, de realiteit van de dag en de zinsbegoocheling van de nachtelijke droom, maar ook van het theater en toneel.
Oorspronkelijk was de zwarte salon de jachtkamer, dit zien we terug op het plafond, hier zijn in het stucwerk dieren afgebeeld. In deze ruimte heeft Maurice Mentjens een hommage willen brengen aan bekende dieren uit de literatuur en het theater, zoals Van den vos Reynaerde, Lanceloet en het hert met de witte voet, en de mythische eenhoorn. Deze fabeldieren zijn in hoogglans zwart op de mat zwarte muren en plafond afgebeeld en lijken als sterren aan het roetzwarte firmament te zweven.
In de aangrenzende witte ruimte draagt een groot wit geluiddempend paneel een citaat van William Shakespeare: “All the world’s a stage and all men and women merely players”. Deze tekst onderstreept de symboliek die Mentjens deze ruimte heeft willen meegeven: het leven van alledag in de witte ruimte vormt de tegenpool van de illusie van een toneelspel opgevoerd in een duistere theaterzaal, maar is gezien in het licht van het citaat van Shakespeare ook niet meer dan een schijnwerkelijkheid. De bars in beide ruimtes doen denken aan een altaar, met in de zwarte salon een zilveren veelluik als flessenrek (zilver=maan) en in de witte salon een gouden veelluik (goud=zon).
In de rode salon, die van de witte ruimte wordt gescheiden door grote paneeldeuren, bevindt zich het restaurant van de NWE Vorst. De eetlust opwekkende kleur rood is bewust gekozen voor deze ruimte, die als eetgelegenheid maar daarnaast ook voor kleine optredens en concerten wordt gebruikt. Het geometrische patroon van rode balken aan het plafond doet denken aan een baroktuin. In het midden van deze omgekeerde tuin bevindt zich een grote gloeiende bal die de ruimte in een warme gloed dompelt. Tussen de balken kunnen theaterspots worden gehangen bij optredens en feesten.
Aan de andere zijde van de witte salon grenst de paars-groene serre, een ruimte met twee wanden van glas en staal en een betonnen vloer. Om de akoestiek te verbeteren zijn de andere twee wanden bekleed met geluiddempende panelen, waarop digitaal bewerkte afbeeldingen van planten en bloemen sieren. Deze zijn ontworpen door XY Dumb-office 2002. In het midden van de ruimte lijkt een lichtgevende kolom te zweven. Door zijn reflectie in de grote ronde spiegel waar hij in steekt lijkt deze lichtgevende plexiglazen buis vier meter lang.
Achter de villa bevindt zich een tuin, waarin in 1996 het nieuwe theater werd gebouwd. De oude villa en het theater zijn verbonden door een lange glazen gang die tevens de afscheiding vormt tussen de tuin en de straat. Aan de andere zijde wordt de tuin geflankeerd door een gebouw uit de jaren 50. Hier bevindt zich onder andere de keuken van het restaurant. De keuken is met het theatercafé verbonden door de serre. Bovengenoemde ‘nieuwbouw salons’ hebben de secundaire kleuren, respectievelijk oranje (de verbindingsgang tussen villa en theater), paars (de serre) en groen (de tuin ‘salon’ waar men ‘s zomers een terras heeft).
De oranje gang verbindt de zwarte salon van het theatercafé met het theater. Deze 40 meter lange gang is opgetrokken uit glazen bouwstenen en vormt de afscheiding tussen straat en tuin. De oranje gang die als hij ’s avonds wordt verlicht met oranje TL buizen de aandacht van voorbijgangers trekt, is een verwijzing naar de naam van het theater: De Nieuwe Vorst.